Als partners hun huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigen, kan de minstverdienende partner behoefte hebben aan een bijdrage van de ex-partner voor zijn/haar levensonderhoud. Dit heet partneralimentatie. De maximale duur van partneralimentatie is nu wettelijk 12 jaar. Als het huwelijk korter dan vijf jaar heeft geduurd en er zijn geen kinderen geboren, dan is duur van de partneralimentatie maximaal gelijk aan de duur van het huwelijk. Het woord ‘maximaal’ is erg belangrijk. Dit betekent dat de partneralimentatie niet standaard 12 jaar duurt. Bij de bepaling van de duur van de partneralimentatie spelen persoonlijke omstandigheden een grote rol. Er zijn steeds meer rechtbank uitspraken, waarbij de rechter bepaalt dat de partneralimentatie korter duurt dan 12 jaar.
De huidige wetgeving is van regelend recht. Bij regelend recht bestaat de mogelijkheid in onderling overleg van de regels af te wijken. Ex-partners mogen dus naar eigen inzicht afspraken maken. Bijvoorbeeld een staffel in de hoogte van de alimentatie. Of een verlaging van de partneralimentatie als het jongste kind naar de basisschool gaat. Een mediator of scheidingsjurist kan hierbij helpen. Doordat een gezamenlijk oplossing wordt overeengekomen, is deze oplossing vaak duurzaam. De kans dat achteraf een juridisch gevecht ontstaat, is dan klein.
De Tweede Kamer is in december 2018 akkoord gegaan met het wetsvoorstel herziening partneralimentatie. Het wetsvoorstel moet ervoor gaan zorgen dat de duur van de partneralimentatie wordt ingekort. De nieuwe wetgeving zal ingaan op 1 januari 2020 (als ook de Eerste Kamer akkoord gaat) en zal alleen van toepassing zijn op nieuwe alimentatieafspraken. Er is geen overgangsrecht. Dat betekent dat de nieuwe regels alleen gelden voor scheidingen waarbij het verzoekschrift tot scheiding wordt ingediend na 1 januari 2020. Bij scheidingen voor 1 januari 2020 geldt dus gewoon de huidige wettelijke regeling!
In het nieuwe wetsvoorstel wordt de duur van de partneralimentatie beperkt tot de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Uitzonderingen:
1. als de minstverdienende partner 50 jaar of ouder is of binnen 10 jaar na de scheiding de AOW-leeftijd bereikt en het huwelijk langer dan vijftien jaar heeft geduurd, dan bestaat er in beginsel een recht op partneralimentatie gedurende 10 jaar;
2. in het geval van scheidende ouders van kinderen jonger dan 12 jaar zal de alimentatiegerechtigde een aanspraak houden totdat het jongste kind 12 jaar wordt.
In uitzonderlijke situaties is er dan nog een mogelijkheid een langere termijn dan vijf jaar toe te wijzen (hardheidsclausule).
Net als een scheiding brengt ook de nieuwe wetgeving grote veranderingen met zich mee. Het moment van scheiden kan van grote invloed zijn op het verloop en de uitkomst van het scheidingsproces. Wachten met scheiden? Of juist niet? Hoe dan ook: bezint eer ge begint.