Niets is wat het lijkt.

Ons kantoor werkt veel samen met diverse professionele bewindvoerders. De ene keer verwijzen we cliënten door, die een onderbewindstelling willen regelen. Een andere keer wordt ons kantoor benaderd bij het overlijden van iemand die onder bewind staat en waarvan de erfgenamen onbekend zijn. Door het overlijden eindigt namelijk de wettelijke taak van de bewindvoerder. Daardoor kan een nalatenschap onbeheerd raken. Omdat een onbeheerde nalatenschap onwenselijk is, treedt ons kantoor dan op als zaakwaarnemer van de nog onbekende erfgenamen.

Zo ook na het plotse overlijden van de heer Grimberg. De heer Grimberg zat nog in de procedure om onder bewind gesteld te worden, maar zover was het dit keer niet gekomen. Twee dagen na zijn dood stond ik zijn kamer met het locatiehoofd. Die vertelde mij op zakelijke wijze dat het bed en de kast eigendom waren van de zorginstelling. De kamer diende liefst voor het einde van de week ontruimd te zijn in verband met de lange wachtlijst. Na haar vertrek kon ik rustig mijn inspectie beginnen. Ik was verbaasd dat ik nauwelijks administratie en persoonlijke spullen aantrof. Het leek waarachtig of iemand mij voor was geweest.

Een van de personeelsleden kwam binnen met de vraag of ik hulp nodig had. Ze heette Anke. Het bood mij direct gelegenheid om wat extra informatie te vergaren. Volgens Anke was de heer Grimberg lange tijd aan het kwakkelen. Ruim een jaar voor zijn dood was de diagnose ‘beginnende dementie’ al gesteld. Ik vroeg waarom de onderbewindstelling niet eerder geregeld was? Anke vertelde dat de heer Grimberg nauwelijks bezoek kreeg en daarom erg eenzaam was. Gelukkig was er neef Herbert, die wekelijks enthousiast langs kwam bij de heer Grimberg. Dat vond de heer Grimberg erg fijn. Anke vertelde dat er wat gedoe was geweest tussen neef Herbert en een broer van de heer Grimberg en dat daarom de procedure onderbewindstelling was opgestart. Voordat ze de kamer verliet, fluisterde ze mij vertrouwelijk toe dat neef Herbert gisteren ook nog was geweest. Dat verklaarde de opgeruimde kamer.

In de weken na het overlijden kregen we een beter beeld van de boekhouding van de heer Grimberg. Opvallend was de afname van het spaarsaldo in het laatste jaar. Ook de maandelijkse overboekingen naar neef Herbert in verband met “verzorging van de heer Grimberg” vielen op. Het kostte mij veel moeite neef Herbert aan de lijn te krijgen om te informeren of hij nog een deel van de boekhouding in zijn bezit had. Neef Herbert klonk helemaal niet enthousiast! Ik werd zelden zo agressief te woord gestaan. Ik denk dat ik wel weet waarom..

 

 

© 2024 Notaris Joost / Algemene voorwaarden

Site by Studio BC