Erik (12 jaar) wil graag een vaccinatie tegen corona. Zijn gescheiden ouders zijn het daar niet over eens. Erik vraagt daarom aan de rechtbank om een vervangende toestemming voor een vaccinatie tegen corona. Er volgt een bezoek aan de rechter, waarbij ook beide ouders van Erik aanwezig zijn.
De rechter stelt vast dat de verstandhouding tussen Erik en zijn ouders verstoord is. Zij kunnen niet goed met elkaar communiceren als het gaat om zaken die in het belang van Erik zijn. Erik wil gevaccineerd worden tegen de risico’s van corona. Hij wil ook de kans beperken dat hij anderen besmet. Erik gaat gebukt onder de ziekte van zijn oma. Zijn oma zit in de laatste fase van haar leven als gevolg van longkanker. Erik wil graag onbelast contact met zijn oma hebben, zolang dat nog kan.
De rechter zegt dat als de ouders het niet eens worden, de rechtbank beslist wat zij in het belang van Erik wenselijk vindt. De moeder geeft wel toestemming voor de vaccinatie. De vader niet. Hij vindt dat Erik zelf niet een zodanig risico loopt op een ziekte met blijvende gevolgen. Hij vindt ook dat dit risico opweegt tegen de onduidelijke risico’s van een vaccin dat zich nog in de testfase bevindt. Ook kan niet worden voorspeld of dat vaccin op korte termijn niet een ernstige hartziekte veroorzaakt en op de lange termijn geen grote risico’s meebrengt.
De rechter stelt dat kinderen wel degelijk corona kunnen krijgen. Zij worden misschien gemiddeld minder erg en minder vaak ziek dan volwassenen, maar ook kinderen kunnen net zo goed ernstig ziek worden en ook langdurig de gevolgen van die ziekte ervaren (long-covid). Verder is het risico op het besmetten van anderen duidelijk kleiner bij gevaccineerden dan bij ongevaccineerden.
De rechter vindt het begrijpelijk dat de vader zich zorgen maakt over de risico’s van vaccinatie en er is inderdaad een klein risico op ernstige bijwerkingen. Volgens de rechter zijn er op dit moment geen denkbare risico’s op de lange termijn die overeenkomen met de door de vader ervaren zorgen. Gelet op het positieve advies van de gezondheidsraad en de bij vaccinatie betrokken belangen van Erik, geeft de rechter toestemming dat Erik zich laat vaccineren.